– Snoei bladeren rondom om druiven en tomaten weg, zodat de vruchten meer zonlicht krijgen en mooier rijpen.
– Blijf uitgebloeide bloemen weghalen uit eenjarigen en vaste planten. Zo stoppen de planten de energie niet in de aanmaak van zaden, maar in de aanmaak van nieuwe bloemen.
– Geef de planten ’s ochtends vroeg of ’s avonds pas water, zo verdampt het minder snel.
– Zorg dat je direct op de aarde water geeft, zo verspil je minder en krijg je geen verbranding.
– Geef een paar keer per week veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo komt het ook goed bij de diepere wortels terecht en heb je weer meer overlevingskans voor de planten.
– Let op bladluizen! Een luis hier en daar is niet erg. Als er teveel van zijn en ze je plant aantasten, kun je ze bestrijden door de luizen met een harde waterstraal van de plant af te spuiten.
– Verzamel zaden. Verschillende planten hebben zaad gevormd, welke nu rijp zijn. Verzamel deze zaden en laat ze goed drogen. Bewaar het in goed afsluitbare potten en zaai het wanneer jij het wilt.
– Lavendel mag na de bloei voor een derde deel terug gesnoeid worden.
– Bemest borders en gazon.